Achter het bureau van Karl Barth
De theoloog Karl Barth is sinds mijn studie theologie één van mijn grootste inspirators.
In mijn eerste studiejaren las ik met een paar medestudenten zijn boeken en spraken we er tot diep in de nacht met elkaar over. Niet dat we toen alles begrepen, maar we proefden dat hij in zijn boeken op zoek was naar wat het christelijke geloof nu ten diepste bedoelt. Je voelt op bijna iedere bladzijde dat het bij Barth om een intense speurtocht gaat naar wie Christus voor ons wil zijn.
Later zijn daar voor mij andere inspirators bijgekomen, zoals: Dietrich Bonhoeffer, Dorothea Sölle, Martin Buber en Soren Kierkengaard. Gaandeweg je werk als predikant en theoloog krijg je door ervaringen in de werkelijkheid van alledag andere ideeën en geloofsvoorstellingen. Ook al ben ik in mijn geloof en werk verder gegaan, mijn eerste ervaring met theologie was en bleef met het werk van Barth. Om die reden al heeft hij een bijzondere plek in mijn hart.
Tijdens mijn studieverlof in Zwitserland reed ik regelmatig langs het dorp Safenwil waar Barth als predikant was begonnen. Daar wordt hij op 9 juli 1911, in aanwezigheid van zijn verloofde Nelly
een oud catechisante van Karl Barth door zijn vader, die hoogleraar Nieuwe Testament in Bern is, bevestigd. In maart 1913 trouwt Barth met zijn Nelly, en in april 1914 wordt hun dochter Franziska geboren. Uiteindelijk krijgen ze vijf kinderen. Tijdens Barths predikantsjaren was Safenwil een boerendorp met een paar kleine fabrieken.
In Safenwil loopt hij als beginnend theoloog aan tegen de alledaagse realiteit en ontdekt Barth dat zijn theologie helemaal niet voldoet. Zijn mooie ideeën over een individueel geloof dat bijna geen relatie heeft met de werkelijkheid botst met het harde leven van de arbeiders in de plaatselijke fabriek en de boerenknechten op het land. Navolging van Christus is geen weg van een allerindividueelste ervaring, maar een weg die plaatsvindt in de wereld van alledag. De weg van Christus is een weg van recht en gerechtigheid die in de wereld ook gestalte moet krijgen, wil het Woord van de Ene niet hol en leeg zijn. Barth, die iedere week een preek moet voorbereiden en dagelijks in de Bijbel leest, ontdekt dat Christus zijn navolgers oproept om armen eten te geven, vluchtelingen een dak boven hun hoofd en dat je zieken moet bezoeken. Barth zegt over deze tijd: ‘mijn latere theologie is gegroeid uit mijn eigen situatie waarin ik moest catechiseren, preken en zielzorg moest uitoefenen’.
In de praktijk groeit bij Barth de overtuiging dat Christus navolgen moet blijken uit aandacht voor de kwetsbare naaste. Geloven vraagt wat van een mens, keuzes maken en onrecht aanpakken. De ontmoeting met God raakt een mens in zijn ziel. In Safenwil werken veel dorpelingen als arbeider in de fabrieken van de in de kerk zeer geziene familie Hüssy. Barth hoort tijdens zijn pastorale bezoeken dat de arbeiders buitengewoon lage lonen krijgen uitbetaald. En dat van een ‘christelijke directie’. Barth besluit de arbeiders te helpen zich te organiseren en een beter, meer menselijk loon te eisen. Hij gaat zelfs in het schooltje van Safenwil lezingen houden over arbeidersverenigingen en vakbonden. Al snel krijgt hij het aan de stok met de fabrikant Hüssy en de voorzitter van de kerkenraad. Barth verandert niet van mening en blijft in zijn prediking wijzen op het sociaal relevante karakter van het evangelie. De kerk zal net als de barmhartige Samaritaan de kwetsbare moeten helpen.
Als gevolg van zijn houding en preken laten de gegoede burgers de plaatsen in de kerk van Safenwil onbezet. Barth wordt door hen spottend de ‘rode dominee’ genoemd. Doordat Barth een goed schrijver is en meermalen in tijdschriften publiceert raken zijn ideeën al snel in Zwitserland en Duitsland bekend. Hij krijgt zelfs een uitnodiging om hoogleraar te worden in het Duitse Göttingen, die hij positief beantwoord. In de functie hoogleraar gaat Barth samen met Bonhoeffer de strijd aan tegen het opkomend fascisme. Hij blijkt een van de weinige theologen die al snel het kwaadaardige van deze ideologie doorzien en aan de orde stellen. Als een modern profeet roept hij op tot verzet tegen het Nationaal Socialisme van Hitler en de zijnen. Zijn oproep wordt niet gewaardeerd door deze ideologie en hij moet terugkeren naar Zwitserland. Daar zet hij de strijd voort.
Voor mij en vele anderen heeft Barth als theoloog de weg gewezen naar een christelijk geloof dat in de werkelijkheid handen en voeten moet krijgen. Als verkondiging niet tot daden leidt, dan blijft het een holle frase.
Wanneer ik op dinsdag 7 mei weer langs Safenwil rijd, besluit ik de afslag naar het dorp te nemen en loop ik naar de kerk. Helemaal de berg op naar boven. Een pittoresk wit kerkje. Eenmaal binnen is de koster de vloer aan het dweilen. We raken aan de praat en ik zeg dat ik predikant in Nederland ben en de plek van Barth als mijn inspirator wil bezoeken. De koster vertelt dat in het kerkhuis beneden het kerkje, vroeger de pastorie, nog het oude bureau van Karl Barth staat met een paar boeken en brieven van hem. Of ik daar naartoe wil?
Even later zit ik achter het bureau van deze grote theoloog en kijk ik door het raam over de bergen van de Jura. Alsof ik even heel dicht bij hem ben. Op dat moment voel ik weer waarom ik ooit theologie ben gaan studeren. Ik kom weer tot de kern van mijn geloof. Het is een ervaring van herbronning en vernieuwing. Voor even valt alles op zijn plaats.
Geloven is als het gaan van een weg. Je moet steeds terugkeren om te weten waar je vandaan komt. Barth was op zijn eigen manier theoloog en predikant. Hij verkondigt wat hij meent in de bijbel te hebben gelezen. Wat mensen ook van hem vinden, hij gaat voor het Woord. Ik ervaar opnieuw dat dit ook voor mij geldt. Ieder is op zijn eigen manier predikant, dienaar van het Woord, van de traditie. Wees moedig, heb lef, om te verkondigen wat er gezegd moet worden. Wat mensen ook van je vinden. Je moet je eigen geloofsweg gaan. Daartoe is eenieder geroepen.
Op de terugweg ga ik in het kerkje even op de kansel staan. Gewoon, even ervaren hoe het was voor Barth en allen die na hem zijn gekomen. Het voelt goed, zeer goed zelfs.
Jeroen Jeroense
Bron: Onderweg juli/augustus