Beantwoording vragen van gemeenteleden
Zoals vermeld in Onderweg van december ontving de Kerkenraad na de gemeenteavond van 24 oktober een brief van een vijftigtal gemeente- leden over het project ‘Werk aan de Grote Kerk’ met een reeks belangrijke vragen. In deze vragen komen zorgen naar voren over het project en over keuzes die al gemaakt zouden zijn. Om het gesprek open te kunnen voeren, heeft de Kleine Kerkenraad besloten een gemeenteavond te houden. Deze zal plaatsvinden op dinsdag
20 februari om 20:00 uur in De Ruimte.
Het project Werk aan de Grote Kerk is ontsproten aan een bepaalde visie, de Droom. Die visie
gaat onder andere over de vraag hoe we het kerkgebouw kunnen inzetten om als christelijke gemeente blijvend relevant te zijn voor onze omgeving, zeker nu het aantal leden en de financiën afnemen.
Als christelijke gemeente zijn we op tal van manieren relevant, als het gaat om geloof, relatie met God en de medemens, betrokkenheid bij elkaar en bij onze omgeving, zorg voor vluchtelingen, ruimte voor de Voedsel- bank, enzovoorts.
En we hebben ook een kerk- gebouw, met een bijzondere cultuurhistorische betekenis. Hoe kunnen we daar gebruik van maken? En hoe kunnen we dat niet alleen voor onszelf reserveren, maar ook toegankelijk en van waarde voor anderen laten zijn?
Hieronder beantwoorden we de gestelde vragen. Het is goed om daarvan op de hoogte te zijn voor de gemeenteavond op 20 februari.
Lees meer
Kunt u aangeven hoe de planning van het project eruitziet?
Nee, dat kunnen we niet. Sinds 2016 zijn we in een voorbereidingsfase. Door de Corona lockdown is de voorbereiding flink vertraagd. Er is nog een flink aantal open einden, zoals de archeologie en de financiering. Er is nog geen besluit genomen over welke (deel)investering dan ook. Wellicht zouden dit jaar de eerste definitieve besluiten genomen kunnen worden.
Kunt u aangeven welke beslismomenten er zijn waar de kerkelijke gemeente bij betrokken wordt?
Bij alle belangrijke beslismomenten zal de kerkelijke gemeente betrokken worden.
Kunt u de gemaakte kosten en welke kosten nog gemaakt moeten worden, aangeven?
Deskundig onderzoek kost inderdaad geld. Tot dusver is in een periode van 6 jaar ongeveer € 162.000 uitgegeven. Realisatie van een project als dit, ongeacht de detailkeuzes die worden gemaakt, zal uiteindelijk enkele miljoenen euro’s vergen van het vermogen van onze gemeente.
Hoe kijkt u ernaar om tijdens een neerwaartse ontwikkeling van de omvang van PG Elst met plan- nen te komen om het kerkgebouw uit te breiden?
Krimp van de gemeente is een belangrijke reden om dit project te starten: hoe kunnen we ons bijzondere erfgoed zodanig inrichten dat het zowel toekomstige generaties kerkleden én de lokale gemeenschap beter zal aanspreken.
In een reeds gepubliceerd model is sprake van de aanbouw van een paviljoen, dus inderdaad meer oppervlakte. Dit idee komt niet voort uit een grotere ruimtebehoefte op zich, bijvoorbeeld om kerkdiensten te houden, maar komt voort uit het zo bruikbaar mogelijk maken van het kerkgebouw zelf. Te denken is aan functies als ontvangst- ruimte, toiletten, garderobe, opslag van stoelen, keukenvoorziening. We kijken echter ook naar een oplossing voor dit vraagstuk zonder aanbouw.
Kunt u aangeven wat de status is van verduur-zamingsplannen van de kerk?
Ja en nee. Verduurzaming maakt onderdeel uit van het project. Isolatie en verwarming zijn daarbij de centrale thema’s. We denken momen- teel na over het zo snel mogelijk starten van deze plannen. Daarbij moet worden gedacht aan een nieuw verwarmingssysteem, het isoleren van het dak en het plaatsen van voorzetramen. Echter, de definitieve keuze voor bijvoorbeeld een verwarmingssysteem hangt nauw samen met hoe we het kerkgebouw gaan inrichten en de keuze voor welke vloer. Deze samenhang maakt het lastig om een planning aan te geven, omdat we niet nu al veranderingen willen doorvoeren die ons later in de weg blijken te zitten.
Kunt u de noodzaak aantonen voor het realiseren van een aanbouw?
Er is geen harde, objectieve, noodzaak. Alles vloeit voort uit keuzes in hoe we de kerk zo optimaal mogelijk kunnen en willen gebruiken. Willen we bijvoorbeeld opslag van materialen en stoelen uit het zicht? Mag uitbreiding van de toiletruimte ten koste gaan van ontmoetings- ruimte? Dat soort vragen spelen een rol.
Wat zijn de noodzakelijke redenen om een aanpassing aan deze monumentale kerk te rechtvaardigen?
De noodzaak komt voort uit het uitwerken van een visie op de kerk voor de komende decennia. Deze monumentale kerk heeft een geschiedenis met tal van aanpassingen die door het gebruik gerechtvaardigd worden. Wij denken daar iets aan te kunnen bijdragen. De architect heeft bevlogen verteld vanuit welke filosofie de herinrichting kan worden vormgegeven. In die filosofie worden met name met de Oudheid, de periode van de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouwperiode zicht- baar en verbonden. Daarbij worden dimensies toegevoegd die ook het kerkelijke gebruik ten goede komen.
De achterste banken zijn karakteristiek voor de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Geldt dit niet voor de voorste banken?
Ja, ook de voorste banken zijn karakteristiek voor de periode van de wederopbouw. Maar we hoeven niet alle banken te bewaren om naar deze periode te verwijzen. Het vervangen van een aantal banken door stoelen vergroot de gebruiksmogelijkheden. Daartoe is het handiger om de achterste banken te laten staan en om de voorste banken weg te halen, dan andersom.
Voorin het schip van de kerk wordt zo ruimte gecreëerd om onze kerk op tal van manieren te gebruiken, in de eerste plaats voor het op een eigentijdse wijze vormgeven van onze vieringen.
Is de overweging meegenomen om op het koor van de kerk het Plein te plaatsen?
Er is geen losse vraag gesteld waar we een Plein zouden plaatsen. In de uitwerking van de visie op onze vieringen die we de architect hebben voorgelegd, is het Plein ontstaan. Vanuit een kruis- vorm met de lengteas van de kerk en een dwarslijn, kom je in het hart van de kerk uit, voor het koor.
Kunnen alle investeringen ten behoeve van het museum terugverdiend worden?
Nee, niet alle investeringen zullen terugverdiend worden. Het gaat om het uitwerken van een visie op het gebruik van het gebouw. Daarbij hoort het breder toegankelijk maken van het gebouw inclusief het museum. We hebben iets unieks in en onder onze kerk. Dat is zeker met het toeken- nen van het predicaat Werelderfgoed wel duidelijk geworden. Het ‘rendement’ ligt op een ander vlak: wat draagt deze investering bij aan het kerkelijk, maatschappelijk en museaal gebruik in de komende tientallen jaren.
Hoe wordt het behoud van het archeologisch erf- goed geborgd door de Protestantse Gemeente Elst?
De borging van het archeologisch erfgoed gebeurt in samenspraak met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Onze projecten hebben bij
de Rijksdienst de volle aandacht en zij geeft waardevolle adviezen.
Wat is uw visie met betrekking tot het terrein rond de kerk en de tuinmuur?
Tot dusver hebben wij daar geen uitgewerkte visie op. We hebben er wel enkele gedachten bij. Als kerk willen we midden in de samenleving staan en uitnodigend zijn voor alle mensen. Dat verhoudt zich in principe niet met dichte deuren en muren. Voor een uitnodigend kerkgebouw, of zelfs een kerkelijke campus, in het centrum van het dorp, kan het nodig zijn om muren af te breken, ook letterlijk. Of het er ook van zal komen, is uiter- aard afhankelijk van de definitieve inrichtings- keuzes van de ruimte rond de kerk. Feit is wel dat, in tegenstelling tot de kerk zelf, de muur rond de kerk er wel monumentaal uitziet, maar zelf geen monument is. Deze muur is pas na de Tweede Wereldoorlog geplaatst. Voor die tijd stond er een ijzeren hekje.
Kunt u de gepresenteerde plannen heroverwegen en beraden op proces en procedure, ten einde verzekerd te zijn van voldoende draagvlak onder de leden van de kerk?
Ja. Dat wil echter niet zeggen dat we bij nul beginnen. Wel dat we voortdurend willen luisteren naar wat door de leden van de kerk naar voren wordt gebracht. Gezamenlijkheid is in dit proces erg belangrijk en we zijn ons er van bewust dat het erg omvangrijk en ingrijpend is. Voor een helder en transparant proces is het van belang dat deze vragen zijn gesteld en dat we met elkaar in gesprek zijn. Daarom onderstrepen we de uit- nodiging voor de gemeenteavond op 20 februari.
Kunt u aangeven hoe u de communicatie naar de gemeenteleden over het project ‘Werk aan de Grote Kerk’ gaat verbeteren?
De vraag geeft aan dat de communicatie als onvoldoende wordt ervaren. Dat trekken we ons aan. Met deze vragen en antwoorden en met de gemeenteavond van 20 februari denken we een goede stap te zetten.
Welke indruk maakt het bouwplan op de maatschappij?
Er is bezorgdheid dat er naar buiten het beeld ontstaat dat wij ons geld verspillen. Kunnen we het niet beter gebruiken voor de noden van de wereld? Bouwen aan je eigen huis, zoals we alle- maal zo nu en dan eens doen, zeker als daarmee meer mensen zich welkom mogen voelen, is een teken van hoop en vertrouwen. We bouwen aan de toekomst. We doen dat op veel manieren, door de vieringen, door catechese en jeugdwerk, door giften aan goede doelen, door ondersteuning van minderbedeelden, door ruimte te bieden aan de Voedselbank, gebedsruimte voor moslims. Bouwen aan de toekomst kan ook heel basaal met hout en steen aan het cultureel erfgoed dat we nu eenmaal in beheer hebben.
Namens de kleine kerkenraad, ds. Dick Snijders