‘Roeping’ is een begrip dat we allemaal kennen. Vaak wordt het alleen gebruikt voor mensen met een bepaalde religieuze opdracht. Zo worden priesters, monniken of predikanten ‘geroepenen’ genoemd. Maar voor de reformator Luther zijn we allemaal ‘geroepenen’. Luther sprak immers over het ‘algemeen priesterschap der gelovigen’. Voor hem is de bakker die het dagelijks brood bakt net zo door God geroepen als de predikant die op zondagmorgen het Woord van de Eeuwige uitlegt. Luther schrijft:
‘Paus of bisschop is niet meer dan de geringste priester en deze niet meer dan een gewoon christenmens, al was het vrouw of kind, want ieder die uit de doop gekropen is, is priester en kan de naaste, die hem zijn schuld belijdt, in naam van God de zonde vergeven.’
Kortom: iedereen die zich betrokken weet op de gemeente van de Messias is geroepen om deze op te bouwen. De opbouw van de gemeente is niet alleen de taak van de predikant, of kerkenraad, het is ook de roeping van gemeenteleden. Als protestanten zijn we opgeleid tot mondige christenen en zijn we allemaal, ieder met zijn of haar talenten, geroepen om de gemeente en de wereld te dienen. Voor Luther en de andere reformatoren zijn diegenen die tot priester zijn gewijd of als predikant zijn bevestigd niet dichter bij het geheim van het geloof dan de ‘modale kerkmensen’.
Dat iedereen geroepen is blijkt ook uit het feit dat Jezus gewone vissers tot navolging roept. ‘Kom, volg mij’, zegt Jezus tegen Simon en Andreas. Twee vissers bij het meer van Galilea. Ook aan ons ‘modale mensen’ vraagt de Messias om het oude achter te laten en onbekende tegemoet te gaan. Het is onze taak om daar te zijn, waar de Messias ook is gegaan. Om plaatsvervangend aanwezig te zijn in de samenleving, waar Jezus zich heeft opgehouden.
De Messias heeft zijn leerlingen geroepen naar de pekken in zijn samenleving, waar de zwakken verbleven om hen een steun in de rug te geven. De Messias was daar te vinden waar de kwetsbaren riepen om hulp en aandacht. Zo bracht Jezus het Koninkrijk van de Eeuwige aan het licht. Hij stond in zijn leven letterlijk naast de geschoffeerden om hen een naam en een gezicht te geven.
Ik geloof dat wij in onze maatschappij geroepen worden om God in onze werkelijkheid aan het licht te brengen. Ik geloof dat ik geroepen ben om daar te zijn waar Gods aanwezigheid wordt ervaren. Geloven is God aanroepen in deze werkelijkheid.
Erik Borgman, een van de meest eminente theologen van Nederland (die net met pensioen is gegaan) meent dat juist ‘daar waar wanhoop regeert, Gods licht kan binnenbreken.... Dat is de aard van de openbaring: God verrast altijd en opent nieuwe perspectieven waar het leven uitzichtloos leek. God is belofte en toekomst.’
Waar is God dan aanwezig vandaag de dag? Naar welke plekken roept de Messias de gemeente, mij, ons, vandaag? Waar regeert in de woorden van Borgman de wanhoop, waar Gods licht kan binnenbreken? Het zijn vaak kleine handelingen waarmee we dit licht kunnen laten schijnen. Voor iemand boodschappen doe in de buurtsuper die vanwege lichamelijk ongemak dit niet meer kan; even bij iemand koffie drinken die het lastig vindt om de dagen door te komen; je ‘buren’ in de kerkbank zondagmorgen vriendelijk groeten. Met Erik Borgman meen ik dat deze handelingen de aanwezigheid van de Eeuwige manifesteren. Tot deze handeling zijn we als leerlingen van de Messias geroepen. Hier ontspringt de theologie, het geloof. God heft het lijden niet op en wist het kwade niet uit, maar Hij komt ons nabij in de ellende en de Godverlatenheid. Het goede doen, hoe klein ook, daartoe zijn we allemaal geroepen.
Ds. Jeroen Jeroense